Er zijn veel hondenrassen van heel klein tot erg groot. Ieder heeft zo zijn voorkeur. Laat echter ook de praktische kant meetellen als je tot een verantwoorde keuze wilt komen. Ga je het liefste voor een grote en sterke hond dan moet je zelf stevig op je benen staan, niet te oud zijn, over voldoende woonruimte beschikken het liefste met een tuin. Je moet rekening houden met de kosten van het voer, de entingen enz. Dit is allemaal wel iets duurder dan voor een kleine hond.
Je hebt goede ervaringen met bijvoorbeeld je vorige hond: de Labradoodle. Vaak kies je dan weer voor dit ras. Daar is natuurlijk niets op tegen. Houd er echter wel rekening mee dat geen enkele hond hetzelfde is. Probeer ze ook niet steeds te vergelijken, wellicht het uiterlijk, maar elke hond heeft zo zijn eigenaardigheden zowel positief als negatief. Geef je tweede Duitse staande een eerlijke kans om te zijn zoals hij is.
Houd jij van een lekkere luie lobbes, die het liefste de hele dag met zijn vier poten omhoog ligt te slapen, waarop jij jaloers bent als je moet gaan werken? Neem dan zeker geen werkhond. Kies dan een ras dat minder beweging nodig heeft, anders krijg je problemen wat betreft zijn gezondheid en gedrag. Ben je zelf actief, graag en vaak buiten, dan zal de wat actievere hond goed bij je passen.
Een hond die buiten actief met je bezig is en die binnen zijn rust neemt, dat is ideaal. Je kunt dit zelf sturen. De opvoeding komt dan om de hoek kijken en de tijd die je aan de hond besteedt. Een volwassen hond die overdag de nodige aandacht en beweging krijgt is `s avonds binnen een fijne rustige hond.
0 Reacties